Met een
flinke kelderhoek aan wijnen bij de hand, geeft Willem Jan Withagen ons steeds
een keuze welke wijnen we in een serie willen proeven. In iedere serie staan
drie flessen van dezelfde wijn in drie jaargangen. Three of a kind. Ik ben
vergeten te vragen of WJW zelf ook een pokerliefhebber is. Het leerzame van
deze proeverij is dat we ‘het leven’ van de wijn volgen. Een wijn drinken in
zijn kindertijd is vaak zonde, een geur die dicht zit, misschien nog onbalans
tussen alle componenten. In de pubertijd is wijn onvoorspelbaar, soms om te
knuffelen en zoenen, soms om achter het behang te plakken. De volwassen wijn
moet ons behagen. Zo’n wijn proeven we op het hoogtepunt. En dan volgt de
belegen wijn, soms een Grand Seigneur/Oude Heer, soms een Grand Dame/Oude Dame
– vol wijsheid en levenservaring.
In de eerste
serie proeven we drie Meursaults van Bouchard Pere & Fils. Verrukkelijke
wijnen, zegt Henk, en dan doelt hij op 2011 en 2007. De 2004 krijgt nou net een
hartendiefje van Willem Jan, het is een Meursault naar zijn hart.
Goudgeelkleurig nu, boenwas in de geur en de zuren zijn nog intact, zegt Nello.
Ik ruik ook wat bloemetjes in de geur, die voor mij net even mooier is dan de
smaak met hoge bitters, het is echt een eetwijn. Rob zegt dat 2011 nog weinig
geur heeft, Noel ruikt wat toast, hij oordeelt de 2011 als mooiste. Rob zijn
voorkeur is de 2007, die net iets meer inhoud heeft, een mooie hint van
vanille. Een eetwijn met een licht botertje in de geur en een hele goede
balans.
Daarna kiezen
de leden om La Forge Corbieres Boutenac te proeven, een wijn van syrah en
carignan. We weten niet de verhouding tussen de druivensoorten, die zal van
jaar tot jaar verschillen. En ik weet ook niet wat de carignan precies doet,
zegt Willem Jan, die uit zijn documentatie haalt dat de carignan de syrah
‘veredelt’. Ook hier vier wijnen die de moeite waard zijn en waar sommige leden
kiezen voor de jonge versies en anderen juist de gerijpte wijnen waarderen. De
jongste wijn 2010 heeft veel rijp fruit, een wat zwoele neus die nog dicht zit,
stevige bitters en frisse zuren. Gerard is helemaal kapot van 2004: een heel
rijke wijn met een wow-neus, een superwijn met wat kruiden, jodium en een
zoetje. Het overgrote deel van de proevers is vooral onder de indruk van 2007.
Jaap roemt deze wijn als de lekkerste met de meeste rondeur. Rob ruikt stal. Ik
vind de neus mooi expressief en ruik mocca, espresso, garriguekruiden, een
krachtige smaak met een goede balans en zelfs elegantie. De 2002 is met dertien
jaar ouderdom voor mij een Oude Dame, en wat voor een! Een belegen neus met
tertiaire tonen, daar hou je van of je verafschuwt het. Ik ben liefhebber:
herfstbos en moccatonen, maar ook een vleug truffel. Goede balans en prima
smaak. La Forge is een mooie liefhebberswijn, wie er een doosje van in de
kelder legt, kan jarenlang de ontwikkeling volgen en genieten.
Dan volgt een
serie wijnen uit Piemonte. Barbaresco 1999 Mocca Gatta Basarin krijgt juichende
kritieken. Caramel en dadel in de neus, zegt Martin, Krachtige zuren en vol van
smaak. Waar ik de zuren te dominant vind, prijst Nello die juist als positief.
Nello ruikt herfstbos en truffel, hij noemt de wijn heel charmant en complex.
Barbaresco 1999 Fiorenzo is meer Jaap zijn wijn: hij benoemt bos, leer en
truffel. Willem Jan noemt dit zijn hartendiefje. Mijn aantekeningen: expressieve
geur met vuursteen, later een bloementuin. Héérlijke smaak met rondeur, stoer
en stevig, maar ook een hap sap doorslikfactor van jewelste. Hoge kwaliteit. De
jonge 2010 Nebbiolo de Langhe van Voerzio is frivool naast de twee oudjes, zegt
Nello. Mijn valt vooral op dat de kleur van de Nebbiolo zo consistent is, tien
jaar ouder maakt niet zóó veel verschil uit met een jongere wijn. De smaak is
veelbelovend, maarf ook gesloten, straf van de tannine, inderdaad: een
kindermoordje in wijn.
De laatste
serie bestaat uit twee Pantellaria’s en een Arneis van Del Tetto. Ik noteer bij
ieder van deze wijnen een sterretje bij mijn aantekeningen. Fijne proeverij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten