Een grote Chenin Blanc uit Frankrijk volgens Peter, acquired taste? |
Peter van den Besselaar begint met ons te
attenderen op een - volgens hem - zeer lezenswaardig boek van Reinier Spreen,
getiteld ‘De taal van smaak’. In theorie is smaak eenvoudiger te omschrijven
dan geur. Smaak kent vooral zoet, zuur, zout en bitter. Geur heeft veel meer
dimensies. Geur kun je je hele leven blijven leren. Geur neem je waar met je
neus tijdens het ruiken (orthosanaal). Geur neem je ook waar in de mond tijdens
het proeven. We noemen het dan aroma (retrosanaal). De auteur van het boek stelt dat smaak
een taal is die je kunt leren spreken en verstaan.
Ook wij spreken elke dinsdagavond over wijnen.
Het blijft lastig geur en smaak te omschrijven. We weten wel of een wijn
‘lekker’ is. Het benoemen van het ‘waarom’ lijkt lastiger. Typeren van geuren is aangeleerd en cultureel
bepaald. Als een geur onbekend is, gaat de waardering omlaag.
Peter vraagt ons de kwaliteit van de wijnen te
duiden aan de hand van:
-
balans
-
lengte
-
complexiteit
-
verfijning
We starten met een wijnquiz. Ook ik krijg een
A4 met daarop de beschrijving van zeven één druifwijnen (monocépages). En
passant worden twee wijnen ingeschonken. Achteraf wordt ook mij duidelijk dat
de ingeschonken wijnen geen verband houden met de wijnbeschrijvingen op papier,
maar dat de quiz op zich staat. Ik troost me bij de gedachte dat ik niet de
enige ben die het verkeerd begreep. Ben je als lezer nu ook de draad kwijt? Noël had de bedoeling van de wijnquiz goed
begrepen èn van ons allen de meeste antwoorden juist. Peter reikt hem een fles wijn uit als prijs.
We bespreken de eerste twee wijnen. Bernardus Monterey County, Chardonnay,
Californië, 2017 wordt herkend als afkomstig uit de ‘nieuwe wereld’. Veel
power zegt Maarten. Azienda Agricola
Ronchi, Chardonnay, Langhe, 2015 positioneert Toos uitstekend in de ‘oude
wereld’. Droger, hazelnoot en body zegt Kees. Ik ruik bloemen, witte perzik,
mango. Heerlijk droog en rijk!
Idyllischer dan Savennieres in de herfst kan het niet worden |
De glazen worden opnieuw ingeschonken. Wederom
wit. Anderen zijn wat enthousiaster dan ik ben. Over de Domaine Patrick Baudouin, Savennières Bellevue, Chenin Blanc, 2015 zegt
Just: ingetogen droger, boterbloemen, zuur en verse maïskolven ook in de smaak.
Leila vindt deze wijn jong, fris, met wat tannines, vanille en
mineraal. Over Savennières Clos du
Papillon, Domaine de Baumard, Chenin Blanc, 2011 zegt ze dat die ronder is, met vlierbloesem
en hout. Peter is enthousiast; zijn eerste ‘hartedief’ van de avond. Overigens
zonder een spatje houtrijping.
Over naar rood. Weingut Zehe-Clauss, Spätburgunder, Rheinessen, 2015 is voor 90%
transparant. Aardse tonen, beetje rood fruit, stoffige tannines met wat
vanillesuikerzoet zegt Claartje. Ook anderen roemen de aardsheid. Ernaast staat
Agricola Cozzo Mario, Madonna delle
Rose, Nebbiolo Barbaresco, 2014. Donkerrood, alcohol, frambozen, onrijpe
tannines, rood fruit, strenge bitters zegt Gerard. Willem-Jan voegt er
geparfumeerd met kersen aan toe.
Volgens Hans is Laurent Perrachon, Morgon, Côte de Py, Gamay, 2017 donkerrood,
eenvoudig, voorzien van kers, met een goede ‘body’ en balans. Enkelen
positioneren de wijn ten onrechte iets zuidelijker: Rhône. Baronie Madeleine Couly Dutheil, Cabernet Franc, Chinon, 2014 wordt
door Berry het label ‘liefhebberswijn’ toegekend. Waarom?: kersen, leer,
vegetaal in neus, rijp in mond, veel tanninezuren. Peter geeft deze zijn
predikaat: hartedief!
Als intermezzo schenkt Peter een curiositeit: château Tour Pibran, Pauillac, 1983. Een flinke overgang naar oudere wijnen, duidelijk in kleur en geur. Een
krijgertje, de smaak is jaren geleden beter geweest.
Moulin
des Dames, Côtes de Bergerac, 2005 blijft lang hangen.
Zowel Kees als Willem-Jan vermoeden dat het een wijn op leeftijd is. W-J vult
aan met fruit, stoffig, potlood, ceder, leer. Château Chasse Spleen, Moulis, 2003 beschrijft Kees als zwart rood,
mat, drop, zacht, chocolade, teer, cederhout, braam, op leeftijd.
We sluiten af met twee prachtige
‘uitdrinkers’. Château de Jau,
Rivesaltes Ambré, 2007 is bruin, met een neus van boterbabbelaar,
sinaasappel; in de mond marmelade en peperkoek. Ook Annemiek benoemt de
gebrande boter caramel en een bittertje. De Saussignac,
Vendanges d’ Autrefois, Sémillon, 2011 is goudgeel en frisser. ‘Prachtig’ zegt Toos, met abrikoos, zoetzuur en mooi in balans.
Na een mooie avond vraag ik me af of wij nu
wel de goede woorden hebben gevonden om de wijn te omschrijven. Misschien toch
maar het boek erop na gaan slaan….
Proefnotities en verslag Eric Hoepelman
Geen opmerkingen:
Een reactie posten