Madiran = Alain Brumont. Is niet zo, natuurlijk - er zijn meer wijnmaker
die de Tannat kunnen temmen - maar je zou ’t soms wel denken afgaande op de
wijnen die bij de BWS op tafel komen. Nou is dat niet erg, want meneer Brumont
maakt mooie wijnen, zowel van het familiechateau Bouscasse als van het later
overgenomen Montus. Voor een bredere
verkenning van de appellatie is het nu wachten op Berry (je wilde namen, Berry?
Hier heb je namen: Domaines Mouréou en Capmartin, Chateaux d’Aydie en
Laffitte-Teston). Vanavond gaan de de diepte
in en proeven we jongere en oudere wijnen van Brumont.
De eerste serie is wit. Daar had ik al op gehoopt, want een hele avond
alleen maar tannat is lastig. Twee droge Pacherenc du Vic Bilhs (de naam is
oud-Gascons en verwijst naar het Oude Land, Vic Bilh; Pacherenc is het
opbindsysteem van de wijnstokken), een van Bouscasse en een van Montus. De
meningen lopen wat uiteen over welke nu de meest volle dan wel de meest volle
is, en of ze nu wel of geen hout hebben gehad. Wel hout, maar wel groot (600
liter), met batonnage van de gistsporen. En de wijnen hebben zeker vulling.
Zelf vind ik de Montus de meest frisse – iets wat ik later ook proef bij de
Montus Prestige, trouwens. Liefhebbers- en zeker geen receptiewijnen zijn dit
allebei, met een stinkertje in de Montus, en een bittertje op het einde; de
Bouscasse heeft iets rokerigs, rijk fruit en een wat warme afdronk.
Drie series rood volgen, van de Bouscasse Vieilles Vignes, de Cuvee
Prestige van Montus, en in de laatste serie staan zijn nog prestigieuzere
wijnen. De BVV is een hele interessante mini-verticaal. Wat achteraf de jongste
wijn blijkt te zijn, de 2010, heeft mooi frambozenfruit, een naar paars
neigende kleur, en lekker sap. De oudste (2000) is een mooie seigneur, stal,
vlezig, donker fruit, met goede zuren en goed in balans. Daartussen staat de
2007, op dit moment duidelijk de minder wijn, met veel structuur (zuren,
tannines) maar weinig fruit en wat natte hond. Heeft deze wijn tijd nodig?
De (Cuvee) Prestige zou volgens de bron van Noel in een internationale
stijl gemaakt zijn, in ieder geval ten opzichte van Bouscassewijnen. Toch
vallen me vooral de zuren op, die de wijnen fris houden. De meeste discussie
levert de 2002 op: veel proevers vinden dit een prachtige wijn, en van Wine
Spectator krijgt de wijn ook 91 punten; zelf heb ik na de spannende neus
(chocolade, noten, vanille) veel moeite met de wel erg stevige tannines. De drie
jaar jongere 1999 heeft ook veel, maar rijpere tannines, leer en stal, en is
mooi in balans. Deze wijn krijgt van Bob Parker 93 punten, net als de derde
wijn, de 1996, die wat gesloten is vanavond, met een thee-impressie en de nogal
aanwezige eerder genoemde zuren. Dit ‘afbraakzuren’ noemen zoals bepaalde leden
wel eens doen (niet vanavond) gaat veel te ver, maar nadert deze wijn wellicht
ondanks de mythische reputatie van Madiran, Tannat en Brumont, toch het einde
van zijn drinkperiode? Het zou mij niet verbazen.
De laatste serie alweer. Hier staat de XL, wat niet staat voor extra large
maar voor 40 maanden in nieuw groot hout (600 liter). Deze cuvee wordt terwijl
de wijn in het vat rijpt niet bijgevuld met wijn maar met kiezels om de
zuurstof niet te veel kans te geven. Deze wijn heeft de voorkeur van Noel en
scribent; veel andere proevers prefereren de andere twee jaargangen van single-vineyard
‘La Tyre’. De XL 1995 is de klassiekere wijn, met rozebottelachtig fruit, rijpe
tannines, krachtig, en met een lange afdronk; doet mij wat denken aan de 1999
Prestige. Les Tyres sont quelque chose de différent. Erg zoet in de
aanzet, vooral de 2001, da’s even schrikken. Maar ja voor 100 eurootjes wil je
natuurlijk wel wat krijgen. De 2010 is, vind ik, wat beter in balans: hier komt
een mooi sinaasappeltje om de hoek kijken, de wijn is ook wat fruitiger dan
zijn oudere zusje, veel van alles en als je daarvan houdt, of in de stemming
bent, een hele mooie wijn.
We drinken uit met een zoete Pacherenc, van druiven geoogst in december.
Mooie fruit (perzik, abrikoos), krentjes, caramel, niet te zoet, een mooi
bruggetje naar en wijn bij de kaasplank, waar een Baskische Brebis de hoofdrol
vertolkt.
Proefnotities en verslag Rob van Ginneken
Geen opmerkingen:
Een reactie posten