Achttien
wijnen staan op tafel bij de werkavond. Er klinkt wat gemopper. Want ja, we
willen góed proeven. Ach, denk ik, als het niet kan zoals het moet, moet het
maar zoals het kan. Dus besluit ik mijn éérste indruk te laten tellen. De wijn
is lekker of niet, correct of niet, spannend of niet. Daar gaan we dan.
Twee bubbels
naast elkaar als indrinker. I love it!
Dat moeten we vaker doen. Want hoe vaak proef je nou sekt, cava,
prosecco of champagne naast elkaar? Mijn eerste indruk zegt dat het tweede glas
me meer aanspreekt: heel hoge zuurgraad, gist en brioche in de geur, een hele
strakke wijn, non-dosage schrijf ik in mijn aantekenboekje. En zie: het klopt!
De prettig frisse bubbel die ik voor cava aanzag, blijkt een sekt van de
winzervereinigung Freyburg-Unstrut, een mooie coöperatiewijn van
weissburgunder. Zou je me iedere zondagmorgen bij een roereitje blij mee maken.
De tweede bubbel blijkt Laurent Perrier Ultra Brut champagne te zijn met zero
dosage. Een echte liefhebbers champagne, die je eigenlijk meteen wilt
combineren met verfijnde amuses van een topchef. Of thuis met oesters, dat mag
ook. Een fijn begin van de proeverij.
Bij de eerste
twee witte glazen vind ik de Godello 2014 uit Galicië Spanje mooier dan de
chardonnay uit Nieuw Zeeland. De witte Spaanse wijn biedt geen ‘thrill’
experience, maar is aangenaam door een goede balans, fijne zuren en een
appeltjesneus.
In de serie
daarna een Ellerer Calmont Auslese 1988, een riesling die menig proever kan
bekoren door een mooie zoet/zuur balans, veel tropisch fruit en grapefruit.
Daarnaast een karaktervolle wijn, ik ruik oxydatieve tonen, turks fruit,
amandelen en een hoge zuurgraad in combinatie met piepklein zoetje.
Gastronomische wijn, schrijf ik in mijn aantekenboekje. Het blijkt Cour
Cheverny 2009 van Philippe Tessier, van de curieuze Romorantin druif. Een echte
liefhebberswijn.
De eerste
rode wijn is een moeilijke, een stinkerd. Het blijkt Heerstaayen Chaam 2005
Cabernet, waarbij de leden de conclusie trekken dat deze Nederlandse wijnmaker
betere witte wijnen maakt. De Lagrein is ook een wat onbekendere druif, uit Alto
Adige proeven we Hofstätters Steinraffler 2012, een strakke wijn met nog wat
tannine en véél smaakimpressies (braam, cassis, drop, mandarijn). De
Clarendelle 2008 proef ik voor het eerst, ik ben er al enige tijd heel benieuwd
naar. Pessac Leognan van Clarence Dillon, dus het heeft een ‘air’ over zich,
een associatie met Haut Brion, dé topwijn uit dit gebied. Een restaurateur
vertelde me dat het ene jaar prachtig kan zijn en het andere tegenvallend. Ik
hoor iedereen vol lof over deze wijn, Rob is opmerkelijk lovend over deze
Bordeaux: rijp fruit, leer, een hedonistische wijn. Cobie benoemt de wijn als
erg lekker. Mijn aantekeningen zijn: licht bloemetjes in de geur, goede zuren,
gronderig, maar ook een tikje enkelvoudig.
Brunello di
Montalcino 2008 Principesco is verduveld mooi: herfstbos in de geur, prettig
gronderig en volstrekt op dronk. Ook impressies van chocolade, tabak en rozen.
Waarom is die wijn al zo ver geëvolueerd? Château Haut Gleon 2006 Corbieres
Cuvée Muda heeft een warme aanzet en goede zuren. Mooie commentaren: kersen en
balans (Martin), lelies, complex (Cobie), zwoel en zoethout (Kees). Ik heb toch
ook een kleine azijnsteek impressie in de geur. De Toscaanse Il Colorino di
Casanova 2007 is gemaakt van de colorino druif. De geur is wat ongewoon, ik
hoor buxustonen, een tijgerhok, brandnetels. Fruit en kruiden in de wat
enkelvoudige smaak.
Net als ik
begin te denken dat met dat ‘snelle’ proeven ik toch al gauw iets op iedere
wijn heb aan te merken – bij dóórproeven en nadenken drukken de positieve
impressies kritiek wat weg – staat ineens de mooiste wijn van de proeverij voor
mijn neus: Gevrey Chambertin 2009 Domaine de la Vougeraie. Wow! Een rijke en
voorname geur, cederhout, de wijn is à Point, volstrekt op dronk. Prachtig.
Toos kan het beste benoemen wat we allemaal proeven: mocca, laurier, drop, een
bittertje en heel mondvullend.
Spannend is
de volgende wijn zeker: een moeilijke wijn, met een vage impressie van groene
tannines en wat chemisch/zwavel. Maar dan een prachtige smaak met veel rondeur.
Toos benoemt drop en zoethout, Henk zoete kersen en iets jodiumachtigs in de
geur. Het blijkt Château Musar 2008 uit de Bekaa Valei in Libanon, die zich nu
héél anders presenteert dan de 2007 een week eerder.
De Pinot Noir
2011 van Loimer zie ik aan voor een Rhone-wijn, een wijn waar ik alleen
positieve smaakimpressies en gevoelens bij krijg: rozen en dadels in de geur,
kruidkoek, hap sap erg lekker, een hoge slikfactor.
Een 100% Petit
Verdot proeven we vrijwel nooit. Nu wel. Masseria Trajone Petit Verdot 2010 uit
Lazio. Een diepdonkere kleur. Rood zomerfruit, kersen en bessen, chocolade,
pruimen en bramen, veel rondeur in een toch wel straffe smaak. Château
La Tour Carnet 2007 heeft maar 3% petit verdot, naast 40% Cabernet Sauvignon,
50% Merlot, 7% Cabernet Franc. Jaargang
2007 is goed op dronk, heeft veel te bieden (mineralen, leer, cederhout,
laurier, cassis, tabak) en laat me door een ontoegeeflijke toets toch ook denken
aan Madiran/Cahors. Een ‘dik’ gemaakte Haut Medoc. De Casa Silva 5th Quinta
Generation 2011 heeft véél karakter en is met morrellenkersimpressies en zoet
fruit, kruidigheid en wat autobanden/rubber impressie een hele fraaie Chileense
wijn.
Complimenten
aan Nello die zich een Maestro toont in de juiste wijnen naast elkaar zetten.
1 opmerking:
Een tijgerhok. Lees ik dat goed? Ja, het staat er toch echt. Hahaha.
Een reactie posten