zaterdag 13 februari 2016

Werkavond: hard werken, dus eerst indruk telt!

Achttien wijnen staan op tafel bij de werkavond. Er klinkt wat gemopper. Want ja, we willen góed proeven. Ach, denk ik, als het niet kan zoals het moet, moet het maar zoals het kan. Dus besluit ik mijn éérste indruk te laten tellen. De wijn is lekker of niet, correct of niet, spannend of niet. Daar gaan we dan. 
 
Twee bubbels naast elkaar als indrinker. I love it!  Dat moeten we vaker doen. Want hoe vaak proef je nou sekt, cava, prosecco of champagne naast elkaar? Mijn eerste indruk zegt dat het tweede glas me meer aanspreekt: heel hoge zuurgraad, gist en brioche in de geur, een hele strakke wijn, non-dosage schrijf ik in mijn aantekenboekje. En zie: het klopt! De prettig frisse bubbel die ik voor cava aanzag, blijkt een sekt van de winzervereinigung Freyburg-Unstrut, een mooie coöperatiewijn van weissburgunder. Zou je me iedere zondagmorgen bij een roereitje blij mee maken. De tweede bubbel blijkt Laurent Perrier Ultra Brut champagne te zijn met zero dosage. Een echte liefhebbers champagne, die je eigenlijk meteen wilt combineren met verfijnde amuses van een topchef. Of thuis met oesters, dat mag ook. Een fijn begin van de proeverij. 

Bij de eerste twee witte glazen vind ik de Godello 2014 uit Galicië Spanje mooier dan de chardonnay uit Nieuw Zeeland. De witte Spaanse wijn biedt geen ‘thrill’ experience, maar is aangenaam door een goede balans, fijne zuren en een appeltjesneus. 

In de serie daarna een Ellerer Calmont Auslese 1988, een riesling die menig proever kan bekoren door een mooie zoet/zuur balans, veel tropisch fruit en grapefruit. Daarnaast een karaktervolle wijn, ik ruik oxydatieve tonen, turks fruit, amandelen en een hoge zuurgraad in combinatie met piepklein zoetje. Gastronomische wijn, schrijf ik in mijn aantekenboekje. Het blijkt Cour Cheverny 2009 van Philippe Tessier, van de curieuze Romorantin druif. Een echte liefhebberswijn. 

De eerste rode wijn is een moeilijke, een stinkerd. Het blijkt Heerstaayen Chaam 2005 Cabernet, waarbij de leden de conclusie trekken dat deze Nederlandse wijnmaker betere witte wijnen maakt. De Lagrein is ook een wat onbekendere druif, uit Alto Adige proeven we Hofstätters Steinraffler 2012, een strakke wijn met nog wat tannine en véél smaakimpressies (braam, cassis, drop, mandarijn). De Clarendelle 2008 proef ik voor het eerst, ik ben er al enige tijd heel benieuwd naar. Pessac Leognan van Clarence Dillon, dus het heeft een ‘air’ over zich, een associatie met Haut Brion, dé topwijn uit dit gebied. Een restaurateur vertelde me dat het ene jaar prachtig kan zijn en het andere tegenvallend. Ik hoor iedereen vol lof over deze wijn, Rob is opmerkelijk lovend over deze Bordeaux: rijp fruit, leer, een hedonistische wijn. Cobie benoemt de wijn als erg lekker. Mijn aantekeningen zijn: licht bloemetjes in de geur, goede zuren, gronderig, maar ook een tikje enkelvoudig. 

Brunello di Montalcino 2008 Principesco is verduveld mooi: herfstbos in de geur, prettig gronderig en volstrekt op dronk. Ook impressies van chocolade, tabak en rozen. Waarom is die wijn al zo ver geëvolueerd? Château Haut Gleon 2006 Corbieres Cuvée Muda heeft een warme aanzet en goede zuren. Mooie commentaren: kersen en balans (Martin), lelies, complex (Cobie), zwoel en zoethout (Kees). Ik heb toch ook een kleine azijnsteek impressie in de geur. De Toscaanse Il Colorino di Casanova 2007 is gemaakt van de colorino druif. De geur is wat ongewoon, ik hoor buxustonen, een tijgerhok, brandnetels. Fruit en kruiden in de wat enkelvoudige smaak. 

Net als ik begin te denken dat met dat ‘snelle’ proeven ik toch al gauw iets op iedere wijn heb aan te merken – bij dóórproeven en nadenken drukken de positieve impressies kritiek wat weg – staat ineens de mooiste wijn van de proeverij voor mijn neus: Gevrey Chambertin 2009 Domaine de la Vougeraie. Wow! Een rijke en voorname geur, cederhout, de wijn is à Point, volstrekt op dronk. Prachtig. Toos kan het beste benoemen wat we allemaal proeven: mocca, laurier, drop, een bittertje en heel mondvullend. 

Spannend is de volgende wijn zeker: een moeilijke wijn, met een vage impressie van groene tannines en wat chemisch/zwavel. Maar dan een prachtige smaak met veel rondeur. Toos benoemt drop en zoethout, Henk zoete kersen en iets jodiumachtigs in de geur. Het blijkt Château Musar 2008 uit de Bekaa Valei in Libanon, die zich nu héél anders presenteert dan de 2007 een week eerder. 

De Pinot Noir 2011 van Loimer zie ik aan voor een Rhone-wijn, een wijn waar ik alleen positieve smaakimpressies en gevoelens bij krijg: rozen en dadels in de geur, kruidkoek, hap sap erg lekker, een hoge slikfactor. 

Een 100% Petit Verdot proeven we vrijwel nooit. Nu wel. Masseria Trajone Petit Verdot 2010 uit Lazio. Een diepdonkere kleur. Rood zomerfruit, kersen en bessen, chocolade, pruimen en bramen, veel rondeur in een toch wel straffe smaak. Château La Tour Carnet 2007 heeft maar 3% petit verdot, naast 40% Cabernet Sauvignon, 50% Merlot, 7% Cabernet Franc. Jaargang 2007 is goed op dronk, heeft veel te bieden (mineralen, leer, cederhout, laurier, cassis, tabak) en laat me door een ontoegeeflijke toets toch ook denken aan Madiran/Cahors. Een ‘dik’ gemaakte Haut Medoc. De Casa Silva 5th Quinta Generation 2011 heeft véél karakter en is met morrellenkersimpressies en zoet fruit, kruidigheid en wat autobanden/rubber impressie een hele fraaie Chileense wijn. 

Complimenten aan Nello die zich een Maestro toont in de juiste wijnen naast elkaar zetten.

1 opmerking:

Kati Bujdosó zei

Een tijgerhok. Lees ik dat goed? Ja, het staat er toch echt. Hahaha.