Claartje
Grielis laat ons blindproeven. En wel heel erg blind: in twee van de vier
series (van drie wijnnen ieder) wordt alleen aangegeven dat de wijnen ieder uit
een ander land komen. Nou, vooruit: ook
dat één wijn van twee, en de twee andere van één druivensoort zijn gemaakt. Dat
helpt ... ;-) In de andere twee series weten we tenminste nog dat alle drie de
wijnen uit één en hetzelfde land komen; de rest mogen we er zelf bij raden.
In de eerste
serie staat duidelijk herkenbaar een Sauvignon Blanc, zó stuivend dat de wijn
wel uit Nieuw-Zeeland moet komen. Dat doet-ie dan ook, de wijn van Peter
Yealands. De eerste wijn leek mij typisch Duits, qua neus, prikkeltje, moderne
en sappig fris, en dat klopte bijna: het is de Colonjes Knapse Witte 2014 uit
Groesbeek. Knap gemaakte wijn. Helemaal eens trouwens met René van Heusden in
zijn laatste column in PersWijn deze week: Nederlandse wijn moet je níet anders
proeven, die moet je gewoon langs dezelfde meetlat leggen als Franse, Spaanse
etc. Deze van Colonjes kan dan gewoon méé.
De derde wijn was een Chenin Blanc van Cederberg 2014 (ZA); ik vond ‘m
moeilijk te plaatsen door de mix van frisse en wat rijpere tonen, iets
biscuit-erigs; weer een bewijs dat ZA mooi en interessant wit maakt.
Eén land,
drie streken. De tweede wijn kom mij wel bekoren. Klassieke, ambitieuze neus,
toef hout en kruiden, behoorlijke tanninestructuur nog. Mijn wilde gok was
Priorat, maar het bleek een Graves 2010 Chateau Maillard. Over de derde wijn
was discussie. De documentatie spreekt over spreekwoordelijke leer- en
stalgeuren als typisch St. Joseph, maar volgens mij en een aantal andere
proevers was deze wijn niet helemaal zuiver, te snel geouderd.
In de derde
serie (“Drie Landen”) eerst een pinot noir van Brogsitter, de Ad Aram 2012, met
nogal wat restzoet, wat een aantal proevers aan de Nieuwe Wereld deed denken.
Een mooie tweede wijn, met kersenbonbons, wat alcoholisch wellicht, maar toch
indrukwekkend. Het blijkt een Portugese wijn: de Torais 2007 van Herdade de
Torais. De derde wijn, wat gesloten, suggestie van vleesjus in de neus, met een
soepele aanzet en rijpe tannines, komt van de andere kant van de grens: het is
een Toro 2008 (Bodegas Fariña, Gran Collegiata Campus).
Tja, en dan
die laatste serie. “Een Land, drie streken”. Wat hebben we nog niet gehad, qua
land waar je wel drie streken zou moeten kennen? Italië. Zo heeft een proever,
bekent hij,deze serie benaderd. Ik denk (en weet) dat hij niet de enige
was... Nou, dan is de eerste wijn een
Nebbiolo, de tweede een Chianti Classico, en de derde zal dan wel uit Zuid-Italië
komen. Veel proefnotities met ‘zuren’ maar niet van de Proefkampioen, die
twijfelt mede daardoor aan Italië. Terecht: de Barolo blijkt een Nuits Saint
Georges Les Damodes 1er Cru 2011 van Domaine de la Vougeraie (Les Damodes, nu
ik ’t tik besef ik dat ik die een tijdje geleden proefde bij Fourcroy, en ja
daar vond ik m ook al lekker),de Chianti transformeert ineens in een Margaux
(Desmirailles 2010; rijpe bessen en iets bloemige neus, hout, vol, eerder lage
zuren, nog wat drogende tannine) en dat “Zuid” hadden we in ieder geval goed: het
blijkt een Rhônewijn uit 2007, de Vin de Monsieur le Baron de Montfaucon.
“Lekker” staat er in mijn aantekeningen, en warm, kruidig fruit, zwoel, vol, intens,
en toch fris en in balans.
Ik heb niets
opgeschreven over de uitdrinker: Alvear Pedro Ximénez de Añada 2011 Montilla
Moriles DOC. Deze wijn kreeg 100 punten
van Robert Parker, en ik heb me bij het proeven volledig gefocust op of de wijn
die alle honderd waard is. Erg lekker, en typisch dikke, geconcentreerde PX.
Jazeker, 100 punten is wel erg veel.
Zó
blindproeven is aan mij persoonlijk niet besteed; lesjes in bescheidenheid
biedt het leven al meer dan voldoende, maar we hebben wel weer een paar mooie
wijnen geproefd; dank daarvoor Claartje!
Verslag en
proefnotities Rob van Ginneken
Geen opmerkingen:
Een reactie posten