vrijdag 26 november 2010

13 Franse AOC’s met wijnen van Protestantse Sjiek naar Rooms en Rijk

Géén 13 streken want het bleek toch moeilijk dan aan 12 mooie wijnen te komen, begint Adam de avond. Maar met 13 verschillende AOCs bleek het heel goed te lukken! We beginnen met twee mooie wijnen: een minerale Chablis 2005 van W. Fèvre (“de eerste lekkere Chablis die ik ooit heb gedronken”, aldus Kees); en een wat minder intense, meer houtgetypeerde Bourgogne 2007 van Michelot. De Chablis is er nog helemaal, met na de vuursteenaroma’s een vrij volle aanzet, véél smaak en zuren die het geheel fris houden. De Bourgogne heeft het daarna wat moeilijker, komt wat diepte en lengte tekort om te imponeren maar is zeker een leuk glas.

Veel discussie over één van de wijnen in de eerste rode serie. Is hij over de top of niet? Ik vond van wel en vond Noël en Nello aan mijn zijde. Een aantal andere proevers vindt de wijn daarentegen juist mooi op dronk. Duidelijk evolutie in de kleur die naar granaatrood neigt, hars, hout en een notige neus maken dat mijn eerste indruk is dat de wijn niet zuiver of op zijn minst op z’n retour is. Door het wegvallen van het fruit komt hij op mij wat zuur en stroef over. Het blijkt te gaan over de Beaune Grèves 1er Cru, van Dufouleur Père et Fils uit 1998.

Drie Bordeauxwijnen in de volgende serie, plus daarna van de tweede wijn (Chateau Clarke, Listrac-Médoc) nog een extra jaargang. De meeste proevers prefereren de 2004 (frisser) boven de 2003 (stroever). Ook de Chateau Fontenil uit 2001, met de zwierige handtekening van Michel Rolland prominent op het etiket, weet de meeste proevers voor zich in te nemen, met zijn typische aroma’s van zwarte bessen, een vleugje paprika en wat potlood. Ik zelf herken wel ‘protestantse sjiek’ van de Bordeaux, maar weet de ‘rijke roomse’ serie die hierná komt toch meer te waarderen: de Gigondas 2003 van Les Failles en de Châteauneuf-du-Pape 1998 van La Nerthe. Beide wulpse wijnen, licht van kleur, de Gigondas ontleent zijn kracht en impact wel voor een deel aan de 14,5% alcohol, maar het kan mij niet deren. Mooie neus van in alcohol gedrenkt fruit, lijm, zacht, sappig, en dan dus wel een ietwat alcoholische afdronk. De La Nerthe is dan meer in balans, met net een plukje minder alcohol (14%), ook weer warm en zwoel, een lichte thee-impressie. Lekker!

Dan een serie met drie nogal ‘individuele’ of karaktervolle wijnen: de stallig-krachtige Faugères van Estanilles, 2001, de behoorlijk geparfumeerde (sinaasappel wordt genoemd) en klassiek-gestructureerde Prince Probus cuvée 1995 van Clos Triguedina (foto), die we vorige week ook proefden, én het hartediefje van Adam, de La Sellerie Minervois 2006 van Pique Perlou. Inderdaad erg indrukwekkend, met name aromatisch. In mijn aantekeningen staat “Is dit Frans? Of Italiaans?” Want: lekkere chemische neus (ja, dat kan dus), lijm, veel kersen. Fris en behoorlijk wat tannines, rijper voor mij dan die van de Prince Probus. De intensiteit zal komen van de bijna 100 jaar oude carignanstokken waarvan deze wijn gemaakt is.

Verslag en aantekeningen Rob van Ginneken

Geen opmerkingen: