Cobie Vissers
eerste proeverij. Ze verontschuldigt zich dat ze als een docente voor de klas
staat. Niet nodig. Vinden we op zijn tijd best fijn. En zo horen we dat er 54
technieken zijn om wijn te maken. Als iemand een wijn als ‘gemaakt’ beschrijft –
Nello heeft er een neus voor – dan is dat meestal geen compliment. Maar Cobie
merkt terecht op dat er tegenwoordig nauwelijks meer écht beroerde wijnjaren
zijn, zoals twee generaties terug 1968 of 1972. Door de techniek is het
algehele niveau van wijnmaken enorm gestegen.
Die techniek
slaat misschien wel door als er houtkrullen worden toegevoegd aan wijn, om de
fraaie vanilletonen te creëren die een wijn krijgt na rijping op barriques. Of
als wijn uit verschillende landen en terroirs toch hetzelfde smaakt omdat er
laboratoriumgisten zijn gebruikt. We proeven blind twee crémants, twee witte
wijnen van sauvignon, twee chardonnay, twee keer drie rood en een dessertwijn
na.
We proeven
een Crémant d’Alsace van de coöperatie van Hunawihr en een Crémant de Loire van
het kleine Langlois Château, de eerste is van pinot noir, de tweede van
cabernet franc. De voorkeuren liggen uiteen onder de proevers. Ik vind de
Elzasser een tikje eendimensionaal, de Loire ook eenvoudig maar heel prettig en
licht mineraal.
Domaine du
Haut Perron 2014 Touraine
Meteen een
hartendiefje van Cobie. Nello determineert banaan, snoepjes, brood en goede
zuren. Moderne wijn.
Claude Lafon 2013 Reuilly ‘La Raie’
HansL geeft
de voorkeur aan deze wijn: schoner, mineraler, meer plezier. Heel expressieve
geur met buxus, jasmijn en passiefruit. Betere balans is ook mijn gevoel.
Of mijn smaak
nou enorm is verbeterd? Ooit zag ik de chardonnay 2013 van Louis Latour uit de
Ardeche aan voor een hele hoge Bourgogne – in de vorige eeuw. Ik vond de wijn
nu matig, net als Kees die ‘dunne wijn’ oordeelt.
Macon Mancey
2009 Henri de Villamont
Aangenaam
zacht, zegt Rob. Amandel, noten en abrikoos, zegt Kees. Zeer rond, gul en met
goede zuren, zegt Paul die een écht goede neus heeft voor witte
kwaliteitswijnen. Karaktervolle wijn.
In de eerste
rode serie staat maar een wijn die me echt aanspreekt, ik geloof dat dat de
klassieke wijn is. De moderne Châteauneuf du Pape kan me niet bekoren, net als
de veel-waar-voor-je-geld-maar-na-een-glas-vervelende Argentijnse malbec. Ook
al staat er Rothschild op het etiket.
Château Haut Surget 2011 Lalande de Pomerol
Hartendief
van Cobie. Ik vind het wel mooi, dat zo’n Pomerol boer de anderen de loef
afsteekt. Dus even gegoogled. En ja hoor, op de website zien we de vierde
generatie wijnboer, met foto’s van opa en de kleinkinderen en zelfs kinderen die
wijnen uitschenken op een beurs of bij een proeverij. Dit is duidelijk een
familiebedrijf. Sympathiek. En… hé, daar zien we meneer Hubert de
Bouard (Angelus) die consultant is bij dit bedrijf. Nou dat verklaart waarom
deze wijn zo goed is. Eric noemt de wijn rustiek met een impressie van olie en
kers. Noël benoemt evolutie, drop en een bittertje. Ik ben helemaal enthousiast
over deze wijn: leer, tabak, stal en mocca. Lenig en elegant, fijne wijn met
ceder in de geur, heel veel karakter.
In de derde
serie worden we gefopt door Cobie. Naast de zuidfranse wijn van marselan staan
twee precies dezelfde flessen “fucking good wine 2013” van Neleman. Eén ervan
is behandeld met hypoventilatie, een soort mixer waarmee je meer lucht in de
wijn kunt brengen. Nou, het ontluisterende feit: ik heb de twee wijnen niet als
hetzelfde herkent. De wijn met hypoventilatie vind ik ‘moeilijk’ staat in mijn
aantekeningen: gesloten neus, ontoegeeflijk en stoffig. Ik hoor Just en
Claartje wel positieve proefnotities geven. Die geef ik ook bij de onbehandelde
wijn: kreupelhout in de geur, leer, een slikreflex bij de wijn in het glas, open
wijn met goede balans en een impressie van bittere chocolade. Een zekere
elegantie ook.
Techniek,
zoveel is duidelijk, daar moet je meerdimensionaal naar kijken. Het is helemaal
niet zo slecht, maar maakt wijnen zelden écht adembenemend.
Applaus voor
deze fijne eerste proeverij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten