zaterdag 14 maart 2020

Biologische wijn is nu volledig geaccepteerd

Bijenkasten op Marimar Estate
Het is acht jaar geleden dat we een proeverij hadden die helemaal gewijd was aan biologisch werkende wijnboeren. In het verslag staat dat de wijnboeren ‘anders’ werken. Nu anno 2020 heeft het maken van wijn met respect voor de aarde breder navolging. Gerard van Avendonk brengt biologische wijnen op tafel. De wijnboeren maken wijn zonder het toevoegen van (veel) sulfiet en zwavel, ze maken gebruik van de gisten die zich bevinden in de schillen, ze spuiten niet of beperkt in de wijngaarden en laten de natuur hun gang gaan én ze grijpen niet in tijdens het wijnmaakproces (chaptaliseren en additieven toevoegen). De vitaliteit van de bodem, van de wijngaard, staat centraal bij biologische wijnbouw. Biodynamische wijnbouw gaat nog een stap verder door uit te gaan van gunstige cycli in de stand van de zon, maan, sterren en planeten. Alle werkzaamheden in de wingerd worden afgestemd op de antroposofische theorie van Rudolf Steiner die is uitgewerkt door Maria Thun. 

Ook biologische wijn heeft een goed verhaal nodig. Wat vinden jullie hiervan? “De hele wijngaard wordt biologisch bewerkt sinds 2010, gecertificeerd sinds 2017. Er zijn wilde bloemen die nuttige insecten aantrekken. Nabij de wijngaard staan bijenkorven, de bijen zorgen voor de bestuiving. Ook lopen er kippen in deze Californische wijngaard. Afval wordt hergebruikt: druivenpulp wordt vermengd met stro, koeienmest en paardenmest van de eigen manege, appelpulp van een fruitconservenfabriek en zaagsel van een houtzagerij, het wordt gebruikt in de wingerd. De wijngaard wordt besproeid met een kruidenthee waarin brandnetel en duizendblad is verwerkt.” Kom daar maar eens om, zo’n verhaal. 

Hóe proeft dat op de tong? De wijn is een hartendief van Gerard: Marimar Estate 2017 Don Miquel Vineyard chardonnay Californië. Er is duidelijk mineraliteit in de geur, een bittertje in de sappige smaak met goed concentraat. Toos benoemt meloen, ananas, hout en een vetje in de aanzet. Ook Willem Jan ruikt ananas, naast mango, hazelnoot, caramel in de mond. Fraai dus.

Twee geblindeerde lange nekken flessen doen ons denken in de richting van de Elzas. Beiden wijnen zijn van het huis Adam, met meer dan vier eeuwen traditie. Hier wordt gewerkt volgens de biodynamische leer van Rudolf Steiner. Beiden wijnen komen van de Grand Cru Kaefferkopf. De Riesling 2016 proeft naar appels, heel rins, goede balans met een piepklein zoetje. Just proeft méér: meloen, citrus, gras, in de smaak een klein amandelbittertje. 

De Gewürztraminer 2016 is voor mij een van dé wijnen van de proeverij. Geweldige wijn! Kruidigheid, licht honing en mineralen in de geur, uitgebalanceerde smaak met proefbaar zoet. Just beoefent de kunst van het understatement: honing, lavendel, zoet die neigt naar  stroperigheid, wél in balans – en daar komt ie: ‘Ik kan me voorstellen dat mensen dit mooi vinden’.  

Er volgen twee pinot noirs. Domaine de Vougeraie is de grootste bioloigsche producent uit de Cote d’Or. Al bijna twintig jaar gecertificeerd. Domaine de Vougeraie 2014 uit de Bourgogne legt het voor mij af tegen de rode versie van Marimar Estate 2014 La Masia pinot noir Don Miguel Vineyard Californië. Ja, dezelfde wijngaard van dat mooie verhaal hier boven. 

Marimar Torres met dichter Cristina
Deze wijn van Torres heeft elegantie. Een lichte kleur, de wijn is frivoler, een fruitige impressie – frambozen! RobK benoemt vanille en pruim, aanvankelijk is de wijn in zijn ogen wat enkelvoudig. Annemiek benoemt roomboterbabbelaar, kruiden, mineralen en kers. Eric bekijkt het glas en benoemt de tranen, de benen van de wijn, en peper en donker fruit.




Vier rode Rhône wijnen krijgen we in het glas, zonder het te weten: Gigondas, Côtes du Rhone, Chateauneuf de Pape en Vacqueras.

Domaine de Restanque 2015 Gigondas is een hartendief van Gerard. Sinds 2012 gecertificeerd. Gemaakt van Mourverdre, Carignan en Syrah. Mijn aantekeningen: kruidig, licht mocca, frivoler na beluchting, prettige framboosjes, sappige smaak, lichtvoetige en levendige wijn met een pepertje. Angelique benoemt de heldere kleur, het tranende glas, pepertje  en steenfruit. Saskia proeft amarene kers, marsepein, vuursteen, pepertje, munt en earl grey thee. 

Montirius Côtes du Rhone 2015 Secret Jardin
heeft een zoetige aanzet, tannine, potentieel, sappig zuurtje, heel licht kers, wat rode kool, kruidnagel, stevige smaak en bittertje in afdronk. Domaine Berthet Rayne 2017 Chateauneuf du Pape ruikt naar rode bessen, zegt RobG, is fruitig, jeugdig en aantrekkelijk. Montirius Vacqueras 2014 Le Clos heeft een bruine rand, duidelijk geouderd, marsepein. Een solide wijn met goed concentraat maar ook een tikkeltje saai. Valerie benoemt rozen, riool, hooi en paddestoel. 

De Moscato Passito 2014 van Barberani komt uit het midden van Italië, Umbrië, en is gemaakt van ingedroogde druiven. Claartje benoemt lavendel, RobK prijst de lichtheid van de wijn, ik proef toffee en de hoge zuurgraad valt me op – een goed teken bij dessertwijnen, maar ruik ook iets chemisch in de neus dat ik niet kan thuisbrengen. Zéker niet bij een biologische wijn. 

Een halve generatie terug mopperden we nog wel eens op biologische wijn, maar die lijkt nu volledig geaccepteerd. En meer main stream geworden. Het is een mooie ontwikkeling, die Gerard met de proeverij prachtig onderstreept.

zaterdag 7 maart 2020

Drie maal klassiek

Prime Donne wijnmakers
Ongetwijfeld onze vraag wat dan precies klassieke wijnen zijn, verwacht hebbende, had Peter van den Besselaar het alvast opgezocht. Daarvoor ging hij te rade bij het wijntijdschrift uit het land der Claret-drinkende upperclass – Decanter - en bij wellicht zijn meest klassieke columnist: Andrew Jefford. Het woord ‘vertrouwen’ staat centraal in zijn antwoord. En vertrouwen, dat komt zoals eenieder weet te voet en gaat te paard. Dat onze Franse bureaucraten van de INAO er 24 jaar over deden om een gebied als Duché d’Uzès de AOC status toe te kennen, moeten we dan ook niet bekritiseren maar toejuichen, aldus Jefford. Soit.

De enige witte wijn van de avond is een (non vintage) Champagne cuvée Renée van Tribaut-Schloesser die meteen - wat scribent dezes betreft in ieder geval - ietwat tekort wordt gedaan door de leden der BWS. De wijn heeft een mooie neus, met wat notigs, maar om dit nu zoals menigeen doet “belegen” te noemen, gaat te ver. “Getoaste brioche” noemt de nieuwe voorzitter het en dat is een fijne en  passende kwalificatie. De helft van de basiswijn kreeg een houtopvoeding, en na de prise de mousse verbleef de wijn nog 6 jaar sur lattes. Zeker niet te lang voor deze wijn. Edoch: de oude voorzitter merkt op dat eerdere cuvées Rene wat jeugdiger overkwamen. Zulks een discussie laat zich schier onmogelijk oplossen, dat behoeft waarlijk een spoedig hernieuwd bezoek aan de firma Tribaut-Schloesser!

Welnu, hoog tijd voor de eerste van drie series van ieder drie klassieke wijnen. “Pinot Noir” klinkt unisono uit de kelen der BWS-leden. Maar zijn het alledrie klassieke pinots, Bourgognes derhalve? Men zou het wel denken, het thema van de avond indachtig. Wijn 1 is licht granaatkleurig, enigszins gesloten in de neus, er heeft zich wat depot verzameld in het glas. De wijn, een Mercurey 1er Cru 2011 Clos du Roy van Domaine Chanzy, heeft een aangenaam zachte aan- en afdronk, maar mist wat smaakintensiteit. De volgende wijn heeft een robijnrood blosje op de wangen, is roodfruitiger, sappig, heeft zachte tannines – alhoewel ik ook een aantal keer ‘streng’ hoor vallen: Marsannay Trois Terres 2011 Vieilles Vignes van Domaine Jean Fournier. De derde wijn is niet ieders favoriet, wel die van onze voorganger deze avond, en is de meest uitgesproken wijn. Dit is typisch Pinot Noir of, zoals uw verslaggever van dienst heimelijk dacht , Spätburgunder. Later, in de automobiel op weg naar huis blijkt de bestuurder daarvan óók de wijn als zijnde van onze oosterburen gedetermineerd te hebben. Maar de smaken die wij beiden associeerden met de Schiefferbodems van b.v. de Ahr bleken toch echt druifeigen (want: duidelijk verschillende terroirs qua bodems en klimatologisch). Het ging hier om een Vosne-Romanée 2012 van Domaine Gros Frère & Soeur. Denk verder: steen, haardvuur, mineraliteit en een fijn-elegant mondgevoel. Mooi om te zien dat een druif drie zo verschillende wijnen kan voortbrengen. En alhoewel de terroirdiversiteit dus niet zo extreem bleek als door sommigen gedacht: een uiterst noordelijke Cote d’Or is toch iets anders dan een wijn uit een van de topdorpen in dat gebied, en beiden verschillen weer van een Cote Chalonnaise als de Mercurey.


De volgende serie: drie opvallend dieprode wijnen. Ook deze serie laat zich relatief gemakkelijk duiden: waarlijk Bordeaux. We proeven linkeroever (klassiek!) Haut-Médoc, van huizen van een zekere ‘nobesse oblige’ statuur. De elegante en smakelijke (kers, hout, mooie smaakvoortzetting, proeft tegelijk koel elegant en sappig) Pauillac Réserve de la Comtesse 2011 wordt gevolgd door een Grand Cru Classé Château Cos Labory 2009 St Estephe. Die is wat gesloten, maar geeft in de tweede proefronde wat kruidigs, wat lijm, ook dit is een zachte wijn maar wel krachtiger en alcoholischer, meer smaakvol dan de Pauillac, met een mooie balans en structuur. Het hartediefje van Peter is wijn nummer drie, de Château Gloria 2009 uit St. Julien. Die heeft een vlezige, rokerige neus, met donker fruit en vanille en rijpe tannines. De wijn heeft nog wat jaren voor zich.

Dan wordt het onverwacht moeilijk. Is de derde serie nu Rhône (de wijnen hebben minder kleur en wat zoet, dus sommige proevers achten Grenache de mogelijk dominante druif), iets nieuwe werelderigs, of ...? Het blijken drie Brunello de Montalcino, en de laatste is al meerderjarig want uit 1999. La Poderina 2009 is bleek granaatrood, vrij gesloten, wel lekker sappig en in de afdronk blijft het zoetje hangen. Weinig tot geen Italie-associaties passeren de revu in de bespreking.
Wel vergelijkbare aantekeningen bij Il Poggione 2010. Die wijn kreeg volgens de proeverijdocumentatie van de heer Parker 97, van de WineSpectator 95 en van Jancis Robinson 17,5/20 punten. Het zijn zeker mooie wijnen maar men moge vraagtekens zetten bij of dit nu klassieke Brunello’s zijn. Zie voor geinteresseerden ook dit verslag van Fred Nijhuis.  . Zeker niet klassiek qua verhaal is de derde wijn. Ze (ja, wijn is mannelijk, maar men leze verder!) toont bij goed proeven zowel qua boeket als op de tong haar gevorderde leeftijd, maar het stoort geenszins. De Prime Donne 1999 van Donatella Cinelli Colombini mag er zijn, het is een volle en rijke wijn. Donatella, telg van de Colombinifamilie (sinds 1000 nC) achter het Fattoria dei Barbi-domein, verliet dit bedrijf eind jaren 90 om voor zichzelf te beginnen. Ze kon geen wijnmaker vinden; die moest men jaren vooruitvastleggen. Gelukkig wisten ze bij de Oenologieschool van Sienna wel raad: vrouwelijke wijnmakers, die wilde geen enkel zichzelf respecterend wijnbedrijf in dienst nemen dus die waren in overvloede beschikbaar. Mitsdien wordt ook tegenwoordig deze beroemde cuvée nog gemaakt door een proefpanel bestaande uit louter vrouwen, waaronder verscheidene Masters of Wine. Zie foto boven dit artikel.


De uitdrinker van een klassieke proeverij dat is uiteraard een SauternRiesling 2010 Auslese. Deze is van Willi Haag, en de druiven komen van de de gerenommeerde Brauneberger Juffer - Sonnenuhr. Petrol- en honingaroma’s; de hoge zuren, erg hoge zuren mag ik wel zeggen, maken dat de wijn eerder fris-fruitig dan zoet over de tong rolt. Een waardige afsluiter van deze klassieker!

Proefnotities en verslag Rob van Ginneken