zaterdag 27 oktober 2012

Kènde dè nie?

Wijnaffiche

Iene miene mutte… Deze proeverij denk ik veel aan het uit de 19e eeuw stammende aftelversje. Welke wijn zit in welk glas? Toos Dusee en Claartje Grielis geven het thema Kènde dè nie? (Ken je dat niet?) mee aan een proeverij waarbij de proevers drie glazen wijn voor zich krijgen, maar vier namen van wijnen op papier krijgen. Welke wijn ontbreekt? Wie dat als beste determineert, is de winnaar. Dat blijkt oud proefkampioen Paul Heemskerk te zijn. Het is een fijne proeverij met veel variëteit en dus voor ieder wat wils. Hieronder foto’s van alle wijnen en mijn subjectieve keuze van de mooiste wijnen. 



Bockstein 2009 Grosses Gewachs Riesling Trocken, von Othegraven, Saar
Florale en expressieve neus met duidelijk tonen van tropisch fruit. Goede vulling en een strakke smaak, bittertje in de afdronk. Deze wijn mag nog langer liggen en zal dan winnen aan rijkdom en charme. 


Deutzerhof 2008 Spätburgunder, Cuvee Melchior C., Ahr
Deze wijn staat naast een tien jaar oudere Bourgogne en ik stink er meteen in – de kleuren van zo’n vijftien jaar oude pinot noir en deze vijf jaar oude Spätburgunder zijn niet uit elkaar te houden. Rob roemt de neus: leer, stal en warme pinot tonen. Die neus is ook heel erg rijk: cederhout en fruit. De smaak is volstrekt evenwichtig en prettig. Opmerkelijk mooi glas.


Doña Bernarda 2007 private collection, Louis Felipe Edwards, Chili
Deze wijn proefden we een jaar terug ook. Mijn enthousiasme is met dat extra flesjaar gegroeid: een explosie van kersen in de neus, heel rijk. Enorme rondeur en uitermate goede extractie. Deze wijn is super lekker. De wijn staat naast twee Spaanse wijnen waarvan de Palaci de Sada 2002 van Garnacha het hartendiefje van Toos is. 

Les Fiefs de Lagrange 2007 Saint Julien
Hartendiefje van Claartje. Ook deze wijn proefden we eerder, twee jaar geleden. Rob noemt vuursteen in de neus bij een elegante smaak. Paul zegt dat de wijn pittig is met zoete tannines. Mijn aantekeningen: griotten in de neus en laurier. Tikje straf in de mond met goede zuren en fraaie bitters. 

Merengö Egri Bikaver 2008 Saint Andrea, Hongarije
We proefden deze wijn tijdens onze studiereis en ook nog diverse keren daarna. Het is en blijft een fantastisch glas: geparfumeerde expressie in de neus, ik determineer ladingen rood zomerfruit: kersen, kersen, kersen, staat in de aantekeningen. Schitterend concentraat met in de smaak allerlei indrukken: paprika, goulash en gekookt pruimensap. Dit is een fantastische wijn voor het wildseizoen. 

Château Vray Croix de Gay 2001, Pomerol
Paul noemt de wijn zondoorstoofd en ruikt tonen van een bosbrand. Een ballerina, met souplesse én kracht, knetterlekker, zegt hij. Rob beschrijft de evolutie van de kleur aan de rand en ruikt hout en vleesjus. Aan de kleur te oordelen is dit duidelijke de oudste wijn. Ik val al helemaal voor de neus: bessen, zoete tabak, cederhout, duidelijk edel en rijk. En dan krijg je de wijn in de mond met een wow-expressie: perfecte harmonie, goed concentraat en fluwelig. Mooi nahangend en dan komen tonen los van  pruimen en tabak. Voor mij is dit een perfect op dronk zijnde wijn, dé wijn van de avond.

Château Guiraud 2003, Premier Cru Classé, Sauternes
Prachtige neus waaraan je blijft ruiken en steeds iets nieuws ontdekt: turks fruit, abrikoos en honing, kruiden, botytris. De smaak is breed met een flink hoge zoetheidsgraad en ingekapselde zuren, veel bitters ook. Snoepje van een wijn. Geschonken uit een half flesje, ik hou van die halve Sauternes flesjes – ik associeer ze met een mooie einde van een goede feestmaaltijd.

Dit is een fijn leerzame wijnavond.

zondag 14 oktober 2012

Kelderschatten: tussen Gloria en de terugkeer van de blues

Abdij van Sant' Antimo
Van beminde, via poepje en kinderdagverblijf naar toevluchtsoord. Een greep uit de synoniemen van ‘schat’ die Peter ons voorschotelde ter opwarming van zijn proeverij Kelderschatten. Maar eerst: wat is een ideale kelder? En wie heeft het perfecte systeem om bij te houden wat er ligt, of juist niet meer ligt? Hoeveel flessen liggen er dan in die kelders? Hoeveel kopen we er per jaar bij (gemiddeld 300, begrijp ik)? Het is de bedoeling dat die flessen langzaamaan aan kwaliteit winnen; tot ze promoveren tot de eredivisie: KELDERSCHAT. In alle rust rijpen de lovebaby’s in het kinderdagverblijf tot sneeuwwitjes. Tot ze worden wakker gekust. En hun hemelse genoegens kunnen prijsgeven. 
 
De Brunello di Montalcino brengt de poes in herinnering
Laten we ons eens verplaatsen in de voorbereidingen van de hoofdpersoon. Zijn kelder heeft hij niet aan huis, dat voorkomt impulsieve daden die op onze avonden als ‘babymoord’ worden gekenschetst. Hij moet weloverwogen te werk gaan. En daar houdt hij van. Iets anders. Hij heeft een schimmige reputatie:  liefhebber van belegen wijnen. Beter: extra belegen. Op z’n Tilburgs: oude meuk. “Dat vindt Peter nog wel lekker”, klinkt het als een fles de kritische leeftijdsgrens heeft bereikt. Daarbij komt een zekere gedistingeerde, klassieke smaak. Maar deze woorden zijn zeker geen synoniemen voor saai. Laten we z’n smaak eclectisch noemen. Dat schept verwachtingen. Zo zien we hem in z’n kelder staan om de finale keus te maken. Die keus moet verrassen, bestaande reputaties niet te veel versterken, er moeten herkenningspunten inzitten (‘typisch linker oever, dat moeten ze herkennen’), plus vooral: lekker! Waaraan kunnen we de keldermeester nog meer herkennen? De flessen-inpakmethode. Bij Peter meestal in krantenpapier, de culturele pagina’s. Ik zie vanavond voorbijkomen: Michelangelo, Rafaël (in Teylers museum, aanrader), Muse (cd The 2nd Law) en schilder Luc Tuymans (Hare Majesteit).
 
Is de verpakking beloftevol, de namen van de wijnen blijken ook van grote schoonheid; Celeste; Beau-Sejour; Chasse-Spleen (‘chasing out the blues’); Gloria. Het hemelse geluk lijkt dichtbij.
 
Montlouis 1988 Demi-sec Yves Chidaine
De witte indrinker van chenin blanc uit de Loire: prachtige gerijpte neus; vuursteen, appelstroop, zuur en zoet perfect in evenwicht. Mooi oud worden kan dus ook!
 
Wat willen we graag druiven en landen goed raden. En wat gaat het toch fout… De hele serie 2 wordt in Frankrijk geplaatst, want men proeft paprika en dat moet wel Cabernet Franc zijn? Nee, tabak, stoffig, salmiak, eerder Cabernet Sauvignon? Nee, amarene kersen, het is Italië! Toos zet ons met beide benen op de grond: dit is Spanje. Gelijk heeft ze.
 
Celeste 2007, Crianza, Ribera del Duero, Selection de Torres
Rode bessen, tabak, balans, aards, lange afdronk. Meer gewaardeerd dan de Navarra reserva ernaast. Mooi etiket! De sterrenhemel boven de Duero met Grote & Kleine Beer en Cassiopeia
 
Het proeven en analyseren wat je proeft blijft een hels karwei. Wat lopen de meningen toch uitéén. “Prachtige zuren, nog 10 jaar laten liggen” – “Wat zou dit nou nog beter moeten worden, dat zuur wordt alleen maar erger”.
 
Le Serre Nuove dell Ornellaia 2003, Bolgheri
Viooltjes in de neus, In de mond: kersen in het kwadraat. Mooi! Nog een slok.
 
Monchiero Barolo Montanello 1999 Riserva
Doorzichtig bruin-rood. Marmite in de neus. Veel genoemd: putjeslucht. Veel zuren. Veel discussie over houdbaarheid. Just proeft rozen, Nello beoordeelt op basis van kleur correct: zo bruin, dat moet Nebbiolo zijn.  
 
Château La Reyne 1998 Cuvee l’Excellence, Cahors
Leer, kersen, aards, maar in de mond streng en mist wat speelsheid. Nog rustig laten liggen!
 
Natuurlijk, naarmate de series vorderden, worden de verzuchtingen aardser; “wat een neus!” “Oh, hier houd ik van!” “Godsamme, lekker, zeg!”
 
Château Gloria 2001, Saint-Julien
Weer: putjeslucht. Willem-Jan: Nee hoor, mooiste neus tot nog toe. In de mond mooi uitwaaierend met klassiek smaakpalet; kreupelhout, zwarte bessen toe. Hartendiefje Peter.

 
Brunello di Montalcino 2001, Tenuta San Filippo Fanti
Jac zegt: van  beide wijnen krijg ik dorst en wil ik nog een slok. Ietsje branderig door de alcohol. Ik heb een duidelijke impressie in neus èn mond: pure chocolade. Nog een persoonlijke mijmering. Op het etiket van de Brunello staat een nietig kerkje. Het is de Abdij Sant’ Antimo, gesticht door Karel de Grote in 781.
De kerk is gebouwd in 1118. Een wonder van ingetogen schoonheid. Het licht zwaait door de ramen. Op de drempel rekt een poes zich uit. Augustijner koormuziek kringelt als wierrook omhoog. Ik lees in mijn aantekeningen: puur pure chocolade. Jac proeft thee. Berry denkt aan krenten. Zoete tannines, daar is iedereen het over eens. Zoete herinneringen zeker.
 
In de laatste serie grijpt Peter subtiel in, nadat de Saint-Emilions in Italië, Nieuwe wereld en weer Italië (esspresso!) geplaatst worden: “Dit is natuurlijk Bordeaux” “Oh, ja??” Dan komt het toch nog goed: “zo zacht, dat is de merlot, dan is het rechteroever”. Zie ons glimmen, de schatjes. Alsof we het helemaal zelf hebben verzonnen. 
 
Château Beau-Séjour Bécot 2004, 1e Cru Classé, Saint-Émilion
Voor velen de mooiste serie. Al lopen de notities zwaar uiteen; bloesem, bosvruchten, steen, vulkaanwijn?, eucalyptus, korte afdronk, lange afdronk, nog wat hard, zacht… Mijn algemene indruk: voornaam met veel aardse impressies. Hartendiefje Peter.
 
Château Troplong Mondot 2004, Gr. Cru Classé, Saint-Émilion
Voor mijn gevoel iets levendiger dan de vorige met meer fruit (bramen). Maar zeker in het zelfde register en daarom mooi te vergelijken. Noël zegt: deze hoort bij mijn all time favorites.
 
De blues komt even terug in de proeverij. Bij de Chasse-Spleen 2003 uit Moulis nog wel. Daar ruikt men kurk. “Gisteren was er niets aan de hand”, probeert Peter de zaak nog te redden. Paul heeft nergens last van en geeft en passant de verklaring: “Je hebt de kurk er weer andersom opgedaan. Dat moet je nooit doen”. Schatbewaren is een vak. Schatgraven is spannend. Schatproeven is een zegen. Gloria in exelsis Deo!
 
Verslag, proefnotities én foto's van Hans Lodewijkx

vrijdag 5 oktober 2012

Curieus Catalaans 2: "Knetterlekker" Spaans

Wijnaffiche
Na Curieus Catlaans 1 (Franse kant) is het nu Spaans wat de klok slaat in Curieus Catalaans 2. Hier liggen mooie wijngebieden als Costers del Segre, Montsant, Priorat en Penedès. Noël Geisen componeerde een proeverij met vier mousserende wijnen, twee witte, zes rode en een dessertwijn.
René Barbier Cava Brut Reserva 2010 Penedès
Deze cava van macabeo (50%), parellada (35%) en  xarel.io (15%) maakt van de mousserende wijnen de meeste indruk op mij. Paul ruikt ananas en peer, Gerard noemt de wijn fruitig en elegant. Vergeleken met de andere wijnen heeft deze een zeer verfijnde mousse, bleekgele kleur en in de smaak zit wat verfijning en gist. Een Cava met een klassieke structuur, mooi en lenig.
Artigas 2010, Priorat
Witte wijn gemaakt van 85% garnacha blanca aangevuld met pedro ximenez. De meningen verschillen hier een beetje: Toos noemt de wijn branderig, Paul zegt: rijke wijn. De kleur is bleek, een bescheiden neus met later wat lichte viooltjes. De wijn kreeg 6 maanden eikenhout rijping, dat resulteert in een sappige wijn met een verfijnd zuurtje. Zijn grootste kracht ligt in zijn nervositeit.
Abellars 2006, Cellers Noguerales Finca Mas de l’Abella, Priorat
Voor mij de mooiste rode wijn van de avond – en dat komt vooral door een alsmaar zich vernieuwend bouquet waarin je eindeloos blijft ruiken. Enige ontwikkeling in de kleur, morelkers en vanille  in de neus, naast kreupelhout en mooi rood gekookt fruit. In de smaak zelfs nog wat straf, de mond trekt een beetje, goede balans. De neus blijft intrigeren met tonen van ceder, laurier, mocca en chocolade. Garnacha 50%, carignan 25%, cabernet sauvignon 15%, syrah 10%.
Montsalvat 2003, Cartoixa de Montsalvat, Priorat
En dan zet Noël zomaar 2003 op tafel, het jaar waar hij vaak op moppert. Dat pakt in deze wijn mooi uit: dakpannenbruine kleur. Wijn gemaakt van cariñena 70% en garnacha 30%. Vanille in de neus en lichte roostertonen, amandel en tabak. Lekkere soepele wijn met rondeur in de mond en een zekere verfijning. Andere proevers kijken mij wat vervreemd aan: soepele wijn met rondeur? Ja, dat vind ik wel. Die Priorat wijnen hebben veel  power, maar ze zijn op zekere manier ook heel beschaafd en toegankelijk. Zeker als ze wat lucht hebben gehad.
"Les Eres" Vinyes Velles 2003, Celler Joan Simó, Priorat
Hartendiefje van Noël. Tuilé kleur. In de neus is veel te ontdekken: licht tabak, ham, stinkertje, zoethout en mint (Nello) en ham (Paul). De wijn heeft lucht nodig, maar dan komt een verfijnd karakter goed tot uitdrukking. Soepele rondeur met veel kracht. Gemaakt van garnacha 55%, cariñena 30%, cabernet sauvignon 15%. Knetterlekker, aldus Paul.
Fra Fulco 2001, Celler Alcover i Jofre, Priorat
Gemaakt van cariñena 75%, garnacha 15% en syrah 10%. Een garagewijn, aldus Noël. Een emotiewijn voor hem: hartendiefje. Zoethout en nat bos, zegt Nello. Dadels, koffie en chocolade ruikt Paul. Ik ruik vooral mineraliteit, gronderigheid en mis zelf wat fruit in de neus. Daar staat wel een verduveld mooie smaak tegenover: een zekere elegantie, goed nahangend en met spanning.
Proefden we in de Franse proeverij een Rivesaltes uit 1955, nu proefden we een wijn die nóg ouder is. De Muller 1954, Tarragona. Kees ruikt amandelen. Jan ruikt  honing, abrikoos en koffie. Mijn aantekeningen: mocca in de neus, kaneelstok. Vijgen. Pure elegantie is dit glas, lekkere droge wijn - al staat er dulce op het etiket - om bij te filosoferen, bij te mediteren, te drinken als inspirerend nachtmutsje voor het slapen gaan.
Het zijn mooie proeverijen geweest, Curieus Catalaans. Als wijn naast elkaar staat, dan ga je vergelijken. Zelfs tussen series worden vergelijkingen gemaakt. Maar als wijnen verspreid zijn over twee proeverijen, dan doe je dat minder. Dat is mooi. De Franse en Spaanse wijnen hebben ieder hun karakteristieken, die ze de moeite waard maken. En wie weet bedenkt Noël nog eens een mix-proeverij, om dat met gespeelde verbazing te kunnen zeggen: “Maar dit kennen we, deze moet je toch uit elkaar kunnen houden!”.