zaterdag 25 november 2017

Barolo & Spijs proeverij: Feest Der Gastronomie

Martin, Janneke, Hans

Barolo & Spijs proeverij. Dat belooft wat, zo’n titel. Hans Lodewijkx en Martin Berkelmans hebben veel tijd gestoken in de voorbereiding. Oz Clarke’s Druiven en Wijnen uit 2001 is bestudeerd: “Ik heb het echt geprobeerd, maar jarenlang klikte het niet tussen Nebbiolo en mij [om uiteindelijk toch toe te moeten geven:] Nebbiolo is bereid alles van zichzelf te geven als het voedsel maar goed en het gezelschap hartelijk is – en plotseling zit u recht overeind met het glas aan uw lippen – en daar is het betoverende, prachtige aroma van sleepruimen, en bramen, en rozen en teer.” Met dat voedsel en (mag ik het zeggen?) het gezelschap zit het wel goed op deze dinsdagavond met de Brabantse Wijn Sociëteit bij Martin’s restaurant Pollevie.

We proeven (en uw scribent van dienst drinkt, want is met de trein) na een fijne mousserende ‘blanc de noir’ Cascina Chicco, indrinker van Nebbiolo: 2 Roero Arneis, 2 Langhe Nebbiolo’s, 6 Barolo’s en een piraat, en als afsluiter twee Barolo Chinato’s. En dan uiteraard steeds met een gerechtje erbij. De amuse bij de bubbel is wat mij betreft meteen een van de mooiste van de avond: Makreel met ramanas, mierikswortel crême, haringkaviaar en papadum. Over de avond blijken de meningen over zowel de wijnen als (nog meer) over wat de beste combinatie is nogal uiteen te lopen.

De witte Arneiswijnen van Cornarea en Porello zijn beide vrij ‘slick’; naast de zuren ook wat mollig. Volgens Hans schiet de druif bij rijpheid vrij snel dóór naar overrijp; op tijd oogsten is dus van groot belang. De meningen verschillen meteen al behoorlijk over welke nu eerder een aperitiefwijn is en welke beter bij eten past. Bij het hapje van coquille met schuim van pompoen, limoendressing, curry en zeemelde hebben beiden het volgens enkele proevers lastig. 

Dan rood. Nebbiolo’s met de overkoepelende gebiedsnaam Langhe bieden vaak een zeer nette prijs/kwaliteitverhouding. De eerste twee Langhes staan naast een rokerig gerecht van wilde gans, biet, met een kersje voor het frisse accent, en een krokantje met (“wat de gans eet”) lijn-, hennep-, en maanzaad en ganzencreme. De Langhe Nebbiolo 2015 van G.D. Vajra opent vriendelijk, in de mond is hij een stuk stenger, wat drogend ook na een hapje, niet té, maar toch. De Langhe Nebbiolo ‘Camilu’ 2014 van Guido Porro zou wat meer Bourgogneachtig moeten zijn, heeft voor mij wat minder fruit; een wat klassieker wijn die het gerecht prima laat terugkomen in de afdronk en voor mij de beste combinatie (en ook een van de betere van de avond).

De Lazzarito wijngaard is één van de toplokaties in Barolo
Over naar het ‘echte werk’: Barolo’s. De Lazzairasco 2011 van Porro en de Fossati 2010 van Cascina Adelaide worden geschonken bij een combo van aardpeer, schorseneer, shitake en tuinkers waarover gul zwarte truffel wordt geschaafd. De eerste wijn, uit de Lazzarito wijngaard in Seralunga  is typisch Barolo, met rozebottel, lijm, wat alcoholisch, wel een mooie overall balans en afdronk. De Fossati uit La Morra zou terroirtechnisch gezien wat eleganter, verfijnder moeten zijn, maar het oogstjaar speelt hier duidelijk méér: de wijn heeft meer kleur, en geeft net iets meer in neus en mond, is wat rijker, met (toch ook) flinke tannines aan het eind. Het is een van de hartediefjes van Hans, nu al lekker en over 10 jaar wellicht nog beter, wanneer de scherpe randjes zijn versmolten. Met het eten komt deze mooie wijn voor mij wat eenvoudiger over dan zo, op zich geproefd, wat jammer is.
Cannubi is wellicht de allerbeste wijngaard in Barolo


Een Cannubi 2009 van E. Pira & Figle en de Bricco Saramassa 2006 van Brezza volgen. De Cannubi is kruidig (speculaaskruiden), chemisch maar op een goede manier, véél zuren en tannines heeft deze wijn. 

De Sarmassa is wat gesloten, weer wat voller, maar ook weer met nogal wat tannines. Veel proevers vinden deze wijn wat te hard. Het gerechtje is een heerlijke hertensucade, met spitskool, uien-compôte, pastinaak, cantharel en truffeljus, dit keer bestrooid met witte truffel.

De piraat bestaat voor 65% uit nebbiolo met 35% barbera toegevoegd, is de Pin 2004 van La Spinetta. Komt van buiten het Barologebied en heeft ‘Monferrato Rosso’ als herkomstbenaming. Nello, jarenlang lid van de sociëteit maar helaas geremigreerd naar Sardinië, vond deze wijn altijd lekker in een proeverij, maar om te drinken: phoe, wat té intens. Het is inderdaad een wat modernere wijn, met meer kleur (je zou ‘m z’n 13 jaar niet geven), hout, lijm en leer, zwart fruit,wat zachtere zuren. Met deze wijn worden de kazen geserveerd die eigenlijk bedoeld zijn voor bij de volgende serie; uiteraard kunnen velen zich niet bedwingen en wordt er alvast wat van de puntjes afgeknabbeld. Pittige kazen zijn ‘t, truffelpecorino. 

Bij de twee oudere wijnen die nu op tafel komen, heb ik helaas weinig aantekeningen staan. Het zijn beide Riserva’s. De Montanello van Monchiero 1999 komt uit de kelder van onze secretaris. 

De twee jaar oudere Ginestra ‘Vigna del Gris’ 1997 van Fantino Conterno is volgens vrijwel iedereen wat over z’n top heen, maar geldt dat ook voor de Montanello? Enkelen menen van wel, maar het is Hans’ tweede hartendief: “de ware aard van Nebbiolo onthuld: kracht maar ook subtiel en elegant.” De wijn heeft wel tertiaire (rijpings-)aroma’s maar die komen bíj de primaire en secundaire en dragen dus bij aan de complexiteit. De wijn is prima in balans. Bij de Ginestra overheersen de oxytonen toch enigszins, alhoewel de wijn prima te drinken is voor proevers die hier wat toleranter in zijn. 

Twee uitdrinkers, beide Barolo Chinatos; gearomatiseerde en aangezoete Barolo. De proefnotities (ook van de andere proevers) worden korter: wijn 1 Cascina Bosschetti Gomba is “Beerenburg”, wijn 2 Fratelli Alessandria  “Jägermeister”. Ook Schrobbelèr wordt genoemd. Feit is dat de eerste wijn aromatisch verrassender is, en wat minder zoet ook. De kruidnagel en het bittertje maken dit een lekker glas; mischien wat te weinig zoet voor bij het héérlijke dessert van pompoenijs met een chocoladebereiding die aan een brownie doet denken maar ongetwijfeld anders op de kaart zal staan [even gecheckt: “Chocolade-ganache met gemarineerde pompoen,  pompoenpitten ijs en mandarijn]. Móet op de vaste kaart, aldus Hans..  waarvan akte.

Namens alle proevers nogmaals dank aan de heren én Janneke voor dit Feest Der Gastronomie!

Proefnotities en verslag Rob van Ginneken

donderdag 16 november 2017

Bourgognes uit de liefhebberkelder

Noel in de wijngaard bij Pouilly La Roche de Solutré
Een liefhebber legt bewaarwijnen in de kelder om ze te drinken. Niet om te investeren. Om ze lief te hebben. Niet om ze op een veiling te brengen. Om met elkaar te praten over de verschillen tussen wijnboeren, wijnjaren of wijnaard A die ligt naast wijngaard B. De liefhebber spreekt de wijnboeren over dromen en zorgen, over ziektes in de wingerd, over het proces van wijnmaken. Het is dus een feestje als liefhebber Noël Geisen ons laat meegenieten. De indrinker is een Cremant de Bourgogne, de uitdrinker een overrijp geoogste zoete chardonnay. Daartussen proeven we zes witte wijnen en vier rode wijnen. Allemaal uit de Côte Chalonnaise, het wijn gebied direct ten zuiden van de Côte d’Or, en uit de Maconnais. Aantrekkelijke wijnen qua prijs/kwaliteit, lichter en eleganter dan de wijnen uit het Noorden.

Cremant de Bourgogne BRUT Cave de Bissey

Wijn van coöperatie van 50% pinot noir en 50% gamay, dus een Blanc de Noirs. Licht gist, gestoofde appeltjes, veel frisse zuren en ook weer appeltjes in de afdronk. Aangenaam.

De Pouilly Fuissé 2015 uit Chaintré is fris met duidelijke chardonnay karakteristiek, fruit, peer in de smaak, zilte afdronk, heeft charme en is frivoler dan de Pouilly Fuisse 2014 van L’Atrium die wat mineraal heeft, iets voller van smaak en voor mijn gevoel iets minder charme en iets hoger in alcohol bij meer body, de eerste wijn is een lekker aperitief, de tweede wijn meer een eetwijn.

Cave de Buxy is weer zo’n goede coöperatie met een Montagny 1er Cru Les Chaniots 2014 die een mooie geur heeft met karakteristiek chardonnay, viooltjes, in de smaak, vief en met flinke zuren, goed nahangend. De 2014 Macon Villages van Jean Pierre Michel Terroir de Quintaine is voor mijn gevoel wat lichter qua structuur en ook wat vlakker. Maar smaken verschillen want HansH noemt de wijn volwassener en Willem Jan benoemt honing, caramel en snoepachtig zoetheid in mond en smaak.


Bij de gerijpte witte wijnen stal Domaine Berthenet, Mongtagny 1er Cru Les Saint Morilles  2010 mijn hart. Houtgedomineerd, mest en een beginnend stinkertje in de geur met ook wat passiefruit die zich doorzet in de smaak met goede zuren.

Domaine Laurent Mouton Givry 1er Cru La Grande Berge 2014 vond ik de mooiste rode wijn: paars, veel bitters, nog veel te jong maar met veel potentie, mogelijk een eetwijn. De andere proevers zijn ook positief boerse geur, wat cederhout, echt rood fruit framboos  en aardbei. Al zijn er ook kritische proevers, zoals HansL die de wijn stenig en streng noemt, hij benoemt kruidige drop en oordeelt dat de wijn wat weg valt in het middengedeelte.
 
Givry 1er Cru Cransot 2010 van Domaine Francois Lumpp steekt de wijnen van naamgenoot Vincent in de zak. Aanvankelijk bescheiden geur met aardbei, hoog in zuurgraad. Na enige tijd in het glas veel mooier in de geur en zachter in de smaak met wat caramel tonen. Diederick benoemt mineraliteit, goede balans, mooi fruit zuren en body.

De Cave d’Azé Vin de la Saint Martin 2009 is geoogst van druiven die de 11e van november zijn geplukt. Abrikozen, goede balans, bijzonder.

zaterdag 11 november 2017

Drinking windows: wat is het ideale drinkmoment?


Peter van den Besselaar vertelt ons dat iedere wijn zijn ‘drinking window’ heeft, ook wijn heeft een leven. De meeste bewaarwijnen hebben even keldertijd nodig om beter te worden. Na verloop van nog meer tijd gaat de kwaliteit ook weer achteruit. De periode daar tussenin is ‘het ideale drinkmoment’.

We starten deze proeverij met champagne Fallet-Gourron, blanc de blancs, grand cru, extra brut. Met 7 jaar "sur lattes" is dit - voor mij - een héérlijke, zalvige champagne met een ongelooflijk fijne mousse. Noël roemt de friszure aanzet, volle rijpe smaak, boenwas, peer en geen brioche. Berry noemt: floraal, boter, mint, fijne frisse zuren en ‘lang’. Dit is voorwaar een veelbelovende start.

We vervolgen de blindproeverij met twee - volgens Peter - ‘pastoorswijnen’. Bescheiden wijnen uit onbescheiden magnumflessen. De eerste is château Gros Moulin, 2003, Côtes de Bourg. Roodbruin, forse zuren, beetje rood fruit en een boerse stallucht. De tweede is château La Croix Bellevue, 1989, Lalande de Pomerol. Ook roodbruin, met oranje randje. Eleganter, een zoetje, runderfond, cacao, tabak en mest. Door de leeftijd belegener en daardoor voor de een mooier en voor de ander al ‘erover’. We ervaren meteen dat het ‘drinking window’ ook persoonsgebonden is.


Het leven van Bordeaux wijn betaat uit een  fase van houtrijping, botteling, fase op dronk, optimale drinkfase, gevolgd door afnemende kwaliteit en tot slot uitgeput. De tweede serie bestaat uit twee keer Lalande de Pomerol. Beide zijn donker roodpaars van kleur. Angelique omschrijft château Ame de Musset, 2010 treffend als kersen, kruiden, aards, mos, zuren en tannine. Een heerlijke wijn! La Fleur de Boüard, 2009, is boerser met leer, kelder, bessen, zuren en hardere tannines.

We vervolgen met twee keer Saint Julien van hetzelfde huis uit een geheel ander jaar. Kees zegt over château Gloria, 2012: korte neus, drop, droge tannines en stroeve afdronk. Hans L. vindt ‘m te jong en druistig. Over château Gloria, 2001 zegt hij: mooi, zuren spelen over hele vlak door, aardse tonen, stroef van tannines, prachtig! Voor Peter is dit één van zijn hartediefjes.

We gaan door met gerijpte grand cru classé 1855. De château Pédesclaux, 2004, Pauillac heeft een magistrale afdronk! Daaraan voorafgaand, volgens Just, tabak, leer en koffie. Kees voegt daar dan yoghurt en chocolade aan toe. En terwijl Claartje spanning mist, zegt Berry: op top, mooi fruit en mooi zacht. Hans L. vindt ‘m misschien zelfs te rond.
De tweede is château Talbot, 1989, St. Julien. Voor Peter is ook dit een hartedief. Duidelijk wordt dat het drinking window voor Peter later is dan gemiddeld. Hij houdt van de tertiaire sensaties die anderen omschrijven als bouillon, champignons, schimmel, bosgrond. Ook Willem Jan ruikt alle elementen van een Alpenweide en nog veel meer.

De afsluiters komen uit de Loire. Château Soucherie, 2011, Coteaux du Layon Premier Cru Chaume is goudkleurig. Paul noemt bloesem, honing, meloen en ananas. Net als ik vindt Hans L. deze jong, vief en mooi. De tweede is veertien jaar ouder, een nu twintig jaar oude chenin blanc. Het is de okerkleurige château Pierre Bise, 1997, Coteaux du Layon Beaulieu. Claartje herkent meer body, rijping, stroopsoldaatjes, honing en bloemen.

We genieten nog even na van de resterende bodempjes en de door Paul geselecteerde kazen. En passant zegt Noël dat deze mooie proeverij hem aan het denken zet over de volgende week door hem in te zetten wijnen….

Verslag en proefnotities Eric Hoepelman