vrijdag 27 september 2013

Savoie: vederlichte wijnen uit een sprookjesdecor

Onbekend terrein in overbekend gebied: de Savoie. Pas in 1860 formeel aan Frankrijk toegevoegd. Daarvoor onafhankelijk, of deel uitmakend van het koninkrijk Sardinië.Wordt hier wijn gemaakt? In de bergen? Waar tot midden april geskied wordt? Heeft de zon hier zoveel kracht om druiven te laten rijpen? Jazeker. Op de lagere hellingen, met de juiste ligging, in de beschutting van de bergen is het een perfecte rijpingsplek. Het is de eerste keer dat we dit gebied systematisch proeven. Vederlichte wijnen, autochtone druivenrassen, in een sprookjesachtig decor.
 
 
Noël Geisen ging voor ons op onderzoek uit en presenteerde een perfect opgebouwde proeverij. Het begint met feestelijke rosé-belletjes van stokoude gamay (1919!). Speels zoetje voor notabene zeven euro vijftig, ter plekke bij wijnmaker Carrel. “Waarom maakt hij dit?”, verzucht Noël. Het antwoord volgt bij de laatste serie rode wijnen.
 
In de volgende set van 3 staat de jacquère centraal. Een druif met twee gezichten: ongecompliceerd, goed voor vederlichte wijnen, weinig alcohol, geen hout nodig, wortelt het liefst in mergel en kalk, kan terroir goed weerspiegelen en geeft de lichtheid een minerale ondertoon. De schaduwzijde: makkelijk te telen, hoge opbrengsten, bulk zonder focus, goed voor vermouth en in of bij raclette. De Liebfraumilch van de Savoie (met een zelfde soort reputatieschade voor het gebied). De meningen van de proevers lopen uiteen: veel zuren, kruisbessen, hazelnoten, groene appel, vegetaal. We moeten duidelijk wennen aan die vederlichtheid, gebottelde berglucht met iets zepigs, plus vlierbloesem of is het acacia? Het merendeel van dit proefgezelschap houdt van meer kracht en structuur.  

En men wordt op de wenken bediend door de volgende serie. Eén keer bergeron (roussanne) en twee keer altesse. De roussanne scoort hoog: (kwee)peer, boterig, hazelnoot, romig, kracht, mooie zuren. Noël is blij: “als ik dit type wijn uit de Rhone inzet zijn jullie nooit zo enthousiast, dan is het vaak ‘te weinig zuur, te log’”. Punt gemaakt! De wijn is gemaakt door Jean-François Quenard. Een telg uit een bekende wijnmakersfamilie in Chignin. Er zijn drie takken Quenard in dit dorp die er toe doen: André & Michel, Jean-Pierre & Jean- François en Raymond. Zo zijn we weer terug in dorpse sferen. De Savoie moet het hebben van families die het zoeken in kwaliteit, kleinschaligheid en eigenheid van terroir.
 
De beide altesses zijn ook krachtig, maar gaan meer in de richting van honing, abrikozen, bloemen. De eerste wijn is niet opgevoed op hout en behoudt daardoor een citroentjesfrisse finale, de tweede wijn heeft de zuren ingewisseld voor amandelspijs, caramel, overrijpe vijg en gebakken boter. De maker van de beide altesses is Eugène Carrel uit Jongieux.
 
De verrassing van deze wijnmaker is de gamay uit de volgende serie: Cuvee Prestige VV. Fruitig (bakken rood fruit), vrolijk, diepte, evenwichtig in alle facetten; die fles is leeg voor je er erg in hebt. Carrel maakt een heel goede rode wijn waar je stil van wordt, en het restje van die stokoude stokken gaat in de bubbels. Vrolijkheid en prestige samen! Meer van dit soort ontdekkingen graag. Gaat heen en verken die alpiene wijnen. Zwitserland wacht. Aosta is terra incognito. Maar wacht, volgende week trekken we noordwaarts de donkere wouden van de Jura binnen. Had Pasteur, de aartsvader van de vergisting, daar geen wijngaard? Onderzoekt alle dingen en behoudt het goede. Goed gedaan Noël.
 
Verslag en proefnotities Hans Lodewijkx
 

Geen opmerkingen: