zondag 10 maart 2013

Van de Moeder van alle druiven: Riesling 2011 Mosel en Saar

Piesporter Goldtröpfchen

Sinds een paar jaar is de aanduiding ‘Mosel Saar Ruwer’ vervangen door Mosel. Als dat op een fles staat, kan de wijn dus ook uit de Saar of Ruwer komen: je moet dus nu de wijngaarden of dorpen kennen om te weten uit welk deelgebied een fles komt. Veel wijnen uit de Saar in de proeverij van Claartje Grielis. Verrassing: Hans Lodewijkx brengt ook enkele langhalzen in. We proeven droge, niet zo droge en (volgens sommige proevers) veuls te zoete wijnen. Die laatsten leveren in mijn ogen wel de mooiste proefervaring op. De Saar is zoals gezegd goed vertegenwoordigd, met wijnen van Van Volxem en Zilliken. Daartussen stonden flessen uit Leiwen en Piesport, van b.v. Adam & Haart en Reinhold Haart uit Piesport. St. Urbanshof levert wijnen uit zowel Saar als Mossel.
Als indrinker een Gutswein van Van Volxem, die bij menig proever in de smaak valt. Moeilijk te omschrijven, mineralig, noemt Toos de wijn, Cees proeft honing. De hoge zuren, volgens de boekjes zo typisch voor Saarwijn, vallen op ondanks dat 2011 een rijp jaar heet te zijn. Ook in de eerste serie- Grosses Gewächs Saar - zit zo’n frisse wijn, van Lauer dit keer: de Schönfels Fass 11. De voorkeur van de meeste proevers gaat uit naar de Van Volxem Scharzhofberg. Goudgeel,  is dat een vleugje tabak in de neus?, mooie balans, sappig maar droog. Persoonlijk vind ik de Zilliken Rausch in deze serie erg mooi. Bleekgeel, iets gesloten, licht zoete aanzet, heerlijk fruchtig (92 punten van de Gault Millau). Peter zou hier ongetwijfeld de ‘doorslikreflex’ genoemd hebben – ik heb die tenminste wel! Off-topic: n.a.v. de Scharzhofbergwijn hadden we het kort over Egon Müller. In de nieuwe PersWijn staat een artikel over dit huis.
Drie GG’s uit de Mosel in de volgende serie. De Piesporters winnen het hier van de Leiwener Laurentiuslay van St. Urbanshof. Die van Reinhold Haart, uit de Goldtröpfchen wijngaard, wat boerse neus, off-dry, maar met veel spel en inhoud. Ragfijne zuren. De Piesporter “R” van van Adam & Haart is de meest fruchtige en daarmee de meest typische Moselwijn.
In serie 3 staan Alte Rebenwijnen. Meer concentraat mag je hier dus verwachten en we worden niet teleurgesteld. Een heel lange afdronk heeft de Wiltinger van St. Urbanshof, met daarvoor een stinkertje in de neus, een volle zoete aanzet maar ook ruim voldoende zuren om het fris te houden. Claartje’s hartediefje is de andere St. Urbanshof uit Mehringen: in eerste instantie een prikkeltje, vrij vol, en een hele mooie zoet-zuurbalans. Bij de afdronk krijg ik een suikerwaterassociatie maar dan een goede: niks weeïgs aan deze wijn! De Altenberg van Van Volxem levert Jan zijn allereerste petrolassociatie ooit op!
Het wordt zoeter in serie 4, met twee Spätleses. Heerlijk zoet sap, níet uit te spugen is de Wawerner Goldberg van Van Volxem. Vrij complexe neus, met o.a. zaagsel- en kruisbesassociaties.  (was dat niet sauvignon blanc?) Maar dat zijn míjn notities: Hans L vindt de wijn niet mooi: de zuren komen pas ná het zoetje. Dymph vindt de wijn simpelweg te zoet. ’t Blijft iets heel persoonlijks toch, dat proeven. Bloemen (Twan) en kruiden (basilicum, volgens Willem-Jan) zitten er in de Leiwener Laurentiuslay van St. Urbanshof.

Ockfener Bockstein

We sluiten af met drie Ausleses. Erg jong nog, met een nog niet ontwikkelde neus, maar met een veelbelovend elegant zoetje en prima balans is de Altenberg van Van Volxem. Die van Zilliken, uit de topwijngaard Rausch, is wel erg “rassé” (Gault Millau), vinden ook Hans L. en Berry. GM geeft desondanks - of dankzij - die zuren 95 punten. De mooiste nu dus voor mij: de St. Urbanshof Ockfener Bockstein heeft wat minder pregnante zuren en is een mooie zoete wijn met veel fruit (perzik, peer, en ook wat citrus).
Een mooie proeverij – maar kan het ook anders met de Mother of All Grapes?
Verslag en proefnotities van Rob van Ginneken.

Geen opmerkingen: